Studieavonden over mensen met een beperking
In het Nederlands Dagblad staat het artikel:
Roep om oprechte betrokkenheid in kerk
Studieavonden over mensen met een beperking
De kerk zou een alpenweide moeten zijn, met allerlei soorten planten. Zo'n kerk, waar dan ook mensen met een handicap zich thuis voelen, vraagt echte betrokkenheid, luidt de boodschap op drie regionale vergaderingen voor ambtsdragers.
door onze redacteur Reina Wiskerke
ASSEN - Het thema van drie regionale studieavonden was monter geformuleerd: 'Hoezo beperkt? Bijzonder geliefd!' Grote vraag is echter volgens Allard Weringh, die de eerste studieavond inleidde: hoe geliefd ben je werkelijk als je een beperking of handicap hebt? Onder mensen spreekt dat niet vanzelf, maar de Bijbel is er volgens hem glashelder over. ,,In de maatschappij gaat het om flitsend, trendy, snel en energiek. In het Koninkrijk van God gaat het om het zwakke, het geknakte riet, de walmende vlaspit.''
Over dit thema waren eerst drie regionale studiedagen gepland. Ze kwamen niet van de grond: te weinig aanmeldingen. Volgens Dirk-Albert Prins van het vrijgemaakt-gereformeerde Steunpunt Gemeenteopbouw, een van de organisaties achter het initiatief, zijn daar praktische oorzaken voor. Te weinig tijd voor publiciteit bijvoorbeeld. Een avondbijeenkomst is voor velen ook beter behapbaar dan een hele zaterdag vergaderen, wist hij. Voor de eerste van de drie voorlichtingsavonden, in Assen, waren dinsdagavond zo'n zeventig belangstellenden gekomen. Later volgen nog avonden in Amersfoort (13 mei) en Rotterdam (20 mei).
Allard van Weringh woonde als kind op het terrein van een psychiatrische instelling, omdat zijn vader er een baan had. Hij toonde ter inleiding zijn betrokkenheid bij mensen met een beperking - niet beroepshalve, maar als medemens en geloofsgenoot. Hij introduceerde zich als lid van de wereldkerk, afdeling Nederland, afdeling Christelijke Gereformeerde Kerk Groningen. ,,Het gaat mij om Jezus Christus.''
'Door bewogen te zijn in beweging komen', was het motto van de ,,zeventigjarige''. Hij schetste het ideaal van de kerk als alpenweide, met vele soorten planten. Er zijn volgens hem echter mensen die denken dat de kerk een veld met zonnebloemen moet zijn, zoals je die in Frankrijk wel ziet: allemaal dezelfde bloemen, keurig in het gelid. De kerk als alpenweide vraagt de bereidheid Christus werkelijk in de ander te ontmoeten. ,,Als je je echt verdiept in mensen met een beperking en met warmte naar ze kijkt, merk je hoeveel God je in hen geeft.''
Hij vertelde hoe hij als achttienjarige een paar keer naar samenkomsten ging van het Leger des Heils en zich verwonderde over wat daar aan bijzondere mensen binnenkwamen en met hoeveel liefde die werden ontvangen. Toen hij het aan zijn predikant vertelde, zei die alleen: 'De mensen van het Leger des Heils zien de kerk niet goed.' ,,Toen dacht ik: hier klopt iets niet.''
Het begrip 'beperking' heeft 'handicap' verdrongen in het jargon. Het ging op de avond over mensen met een beperking, met de aantekening dat iedereen beperkingen heeft. Daarbij leek het niet zozeer te gaan om mensen met een lichamelijke beperking of handicap. Speciale aandacht was er voor autisme in de kerk. Erik Valk van de vrijgemaakt-gereformeerde organisatie Dit Koningskind, legde er van alles over uit.
Is de aandacht voor autisme en diagnoses in die richting, zoals PDD-NOS, een modeverschijnsel? Die vraag hoort Valk nogal eens. ,,Nee, we leven in een andere maatschappij'', verklaarde hij. ,,Vroeger was er meer structuur en rust in het leven. Het onderwijs was duidelijker en er was meer omzien naar elkaar.'' Tegenwoordig worden hogere eisen aan mensen gesteld. Het onderwijs biedt minder structuur, aldus Valk. ,,Daardoor vallen mensen met PDD-NOS meer op.''
'Gewoon' geloven, ook de bekende geloofstaal, levert vaak problemen op voor mensen met autisme, legde hij uit. ,,Van iemand zonder benen verwacht je niet dat ze gaan lopen. Dan moeten we van iemand met autisme ook niet verwachten dat ze gaan geloven zoals wij.'' Zijn collega Joke Leene, ook maatschappelijk werker bij Dit Koningskind, legde uit wat ouders (kunnen) doormaken als ze een kind krijgen met een beperking. Ook zij benadrukte de noodzaak van echte ontmoeting en echte betrokkenheid. ,,Dat gaat niet vanzelf.'' Ze vroeg bijvoorbeeld ruimte voor boosheid, opstandigheid en verdriet. Als boosheid weggeslikt moet worden, komen er vaak op termijn andere klachten uit voort. Waar verdriet geuit kan worden, wordt verbittering wellicht voorkomen. Ook moet er volgens Leene ruimte zijn voor geloofsvragen, zonder dat een ambtsdrager met antwoorden klaar staat. Luisteren en doorvragen, was haar devies. En: vragen wat je voor de ander kunt doen, in plaats van zelf van alles voor de ander gaan regelen.