vrijdag 18 januari 2008

Toename kinderen met het Down syndroom (2)

In het Reformatorisch Dagblad staat het bericht:

Meer kinderen met down geboren

Binnenlandredactie

AMSTERDAM - In Nederland worden anderhalf keer zo veel kinderen met het downsyndroom geboren dan ongeveer twintig jaar geleden.

Hadden twintig jaar geleden 10 op de 10.000 baby’s het syndroom van Down, nu zijn dat er 16 op 10.000. Een en ander blijkt uit onderzoek van kinderarts Michel Weijerman, Downspecialist in het VU medisch centrum in Amsterdam. Zijn onderzoek wordt deze maand gepubliceerd in het internationale vakblad The Journal of Pediatrics.
De toename heeft te maken met het feit dat vrouwen op steeds hogere leeftijd kinderen krijgen. Als ze bijvoorbeeld op 38-jarige leeftijd in verwachting zijn, kiezen ze er bewust voor om een zwangerschap uit te dragen. Ze wijzen prenatale testen af. De vrouwen willen liever een kind met het syndroom van Down dan helemaal geen kind.
Weijerman stelt vast dat in 2003 in totaal 322 baby’s met het downsyndroom geboren werden. Een groot deel van de moeders (33 procent) die een kind met dit syndroom krijgen, is ouder dan 36.
In Nederland worden relatief meer kinderen met het downsyndroom geboren dan in veel andere westerse landen. Hebben in Nederland thans 16 op de 10.000 baby’s de aandoening, in Frankrijk betreft dat 7,5 per 10.000 kinderen.
Erik de Graaf, bestuurslid van de Stichting Downsyndroom, noemt het een "heel interessant gegeven" dat met name oudere vrouwen bewust afzien van een prenatale test en de zwangerschap uitdragen, ook al krijgen ze een kind met het syndroom van Down.
De Graaf is blij dat de beeldvorming rond downkinderen de laatste jaren ten gunste is bijgesteld. "Voorheen dacht de man in de straat dat een downkind een schreeuwende hoop ongeluk zou worden, die in het gunstigste geval op een trommel kan slaan. De werkelijkheid is dat mensen met deze handicap, als ze adequaat worden begeleid, goed kunnen functioneren. Tegenwoordig ligt de levenskwaliteit van kinderen met het syndroom van Down dicht in de buurt van die van gewone kinderen."
Feit is nog altijd dat veel vrouwen de zwangerschap afbreken, als uit een prenatale test blijkt dat hun kind het syndroom van Down zal krijgen.
Eerder stelde Gert de Graaf, onderzoeker van de Stichting Downsyndroom, dat in de toekomst naar verwachting meer dan de helft van de vrouwen die een kind met het syndroom verwachten, dat laat aborteren.
In een uitzending van tv-rubriek Netwerk meldde gynaecoloog H. Wildschut, werkzaam bij het Erasmus MC in Rotterdam, donderdagavond dat twintig jaar geleden "de zwangerschap gewoon werd afgebroken", als uit een test bleek dat de vrucht het syndroom van Down had.
Vindt Erik de Graaf die kennelijke vanzelfsprekendheid van abortus schokkend? "Natuurlijk is dat schokkend. Als twintig jaar geleden na een vruchtwaterpunctie het syndroom van Down werd vastgesteld, werd bij wijze van spreken het bed voor een abortusbehandeling al klaargezet. Veel medici lieten ongevraagd hun ongefundeerde mening horen: een kind met het syndroom van Down komt achter de hekken terecht. Vrouwen kregen nauwelijks een behoorlijke bedenktijd en werden eenzijdig voorgelicht. Dat valt Nederland zeer te verwijten."
Nog bestaat is er die negatieve voorlichting over het syndroom, constateert De Graaf. "Dat is heel schrijnend."
Hij pleit voor het beschikbaar stellen van geld voor onderzoek naar het voorkómen van het syndroom van Down. "Er zijn bijvoorbeeld aanwijzingen dat door het gebruik van foliumzuur door de vrouw er een grotere kans is dat ze in verwachting raakt van een kind met het syndroom. Het zou goed zijn als dat grondig wordt onderzocht."

Toename kinderen met het Down syndroom (1)

Op de site van http://www.nd.nl/ staat het volgende bericht:

Aantal kinderen met Down groeit

van onze redactie binnenland

HILVERSUM - Anders dan verwacht, worden in Nederland anderhalf keer zoveel kinderen met het syndroom van Down geboren dan zo'n twintig jaar geleden. Dat blijkt uit onderzoek van dr. Michel Weijerman, coördinator van de down-poli van het VU Medisch Centrum.
,Er was altijd gedacht dat er een tendens van dalen was en er is een behoorlijke stijging, anderhalf keer zoveel''. aldus Weijerman gisteravond in Netwerk (Evangelische Omroep). Er zijn twee oorzaken voor deze stijging. Vrouwen krijgen op hogere leeftijd kinderen. Hoe ouder de vrouw is, hoe groter de kans dat ze een kind met het syndroom van Down krijgt. De andere reden is dat deze vrouwen die op latere leeftijd zwanger worden, vaak weloverwogen afzien van prenataal testen. Weijerman: ,,Ik denk dat de kinderwens groter is dan de angst voor afwijkingen in de zwangerschap.'' Met het afzien van prenatale screening was in prognoses geen rekening gehouden. Weijerman heeft met zijn landelijk onderzoek in 2003 vastgesteld dat in dat jaar in totaal 322 baby's met het syndroom van Down geboren werden. Dat is zestien op de 10.000 baby's. Twintig jaar geleden lag het aantal baby's met het syndroom van Down op tien per 10.000. Nederland wijkt met het hoge aantal pasgeborenen af van veel andere westerse landen. In Frankrijk bijvoorbeeld ligt het aantal op 7,5 per 10.000. Ook gynaecologen hebben in de voorbije jaren een andere kijk op hun taak ontwikkeld. In het verleden boden zij meteen een abortus aan als er syndroom van Down uit de prenatale test kwam. Nu doen zij veel meer aan voorlichting over het leven met een kind met het syndroom van Down. Dr. Hajo Wildschut, gynaecoloog van het Erasmus Medisch Centrum, zegt in Netwerk: ,,Ik informeer meer. Ik ben meer adviseur geworden dan aborteur, om het maar zo te zeggen.'' Weijerman publiceert zijn onderzoeksresultaten deze maand in het internationale vaktijdschrift Journal of Pediatrics .