zondag 20 mei 2007

Het menselijk gelaat is het beeld Gods

Tertullianus over het menselijke gelaat als het beeld Gods

De relatie tot het gelaat is, om met de woorden van de Joodse filosoof Emmanuel Levinas te spreken, van meet af aan ethisch. Dat is te illustreren aan de hand van het traktaat over de openbare spelen van de apologeet deTertullianus, uit de vroeg christelijke kerk.[1] Het is misschien een merkwaardige denkbeweging, maar de relatie die hij legt tussen het menselijk gelaat en het beeld Gods is intrigerend.
Het is interessant te zien dat hij in dat traktaat het menselijk gelaat en het beeld Gods als synoniemen verstaat. “Maar u zult toch niet ontkennen, dat wat in het stadion geschiedt, ongeschikt voor is om te zien: vuistslagen, schoppen, oorvijgen en velerlei brutale handtastelijkheden en verder alle denkbare schending van het menselijk gelaat, dat wil zeggen, van het evenbeeld Gods.” (XVIII, 1) Deze uitspraak is een interessant, omdat Tertullianus de lichamelijkheid kennelijk tot het beeld Gods rekent, dit in tegenstelling tot Aurelius Augustinus(354-430) die anderhalve eeuw later leefde en ook tegen de spelen in de theaters ageerde, maar dan een andere argumentatie hanteert.

[1] Ik maak gebruik van Tertullianus, Apologeticum en andere geschriften uit Tertullianus’ voor-mantanistische tijd. Ingeleid, vertaald en toegelicht door Christine Mohrmann, Utrecht en Brussel 1951.