zaterdag 23 juni 2007

Seksueel gevoel

Op de opiniepagina van het Nederlands Dagblad staat een column:

Handen los

door Wim H. Dekker

'Verstandelijk gehandicapte hééft seksueel gevoel.' Breeduit stond deze kop over de voorpagina van deze krant. Boven aan de trap staande, met een pril morgenzicht op de mat bij de voordeur, las ik het, in mijn armen mijn zoontje van anderhalf. Beschaamd riep ik mijzelf tot de orde.Ik betrap mijzelf te vaak op het zijdelings de krant lezen, met een kind op schoot, aandacht veinzend. 'Zij ook, jongen, zei ik toen maar. Net als wij. Ja, jij ook. Binnenkort zit je in je oedipale fase. Net als je broer. Hij werd boos op ons toen hij je moeder en mij hand in hand zag fietsen. Zittend in de fietskar riep hij: Handen los. Papa, loslaten!'

Verstikte gevoelens
Deze toespraak was een directe uitloop van de lessen die ik die week gegeven had. Ik behandelde daarin de maatschappijkritiek van Foucault. Een van zijn stellingen is dat de westerse samenleving, onder invloed van Freud, overtuigd is geraakt van het feit dat een kind een seksueel wezen is. Een kleine honderd jaar geleden had de kop dus geluid: kind hééft seksuele gevoelens. Volgens Foucault, publicerend in de jaren zeventig, heeft de freudiaanse 'ontdekking van de seksualiteit van het kind' volkomen verkeerd uitgepakt. Dat het kind een driftleven zou hebben, was voor ouders een ontzettende ontdekking. Het riep gevoelens van weerzin op. En angst. Angst voor de zonde en de perversiteit. Wanhopig keken ouders naar hun seksuele kind. Help, dit is mijn kind.

Opvoedingstips
Pedagogen en psychologen schoten massaal te hulp. Met allerlei opvoedingstips en instructies rukten zij uit om het potentieel gevaarlijke seksuele leven van het kind in te dammen. Driften moet je leren beheersen, disciplineren. En, zo zei Foucault in de jaren zeventig, het gevolg is dat wij westerlingen nog nooit zoveel over seksualiteit hebben gesproken, nu zelfs met onze kinderen. Maar bevrijdend heeft het niet gewerkt. Onder het mom van erkenning van de seksuele gevoelens van het kind (ook als seksueel wezen mag je er zijn, jongen) werden diezelfde gevoelens door middel van morele verhandelingen, beschamende vertogen, vrijheid ontnemende instructies en regelingen verstikt en onderdrukt. Volledig verkrampt. Fataal voor iedereen, maar in het bijzonder voor homo's en andere seksueel alternatieven.

Bevrijde gevoelens
De toenmalige maatschappij­kritiek van Foucault en anderen heeft diepe sporen getrokken in de westerse cultuur. Tijdens de seksuele revolutie van de jaren zeventig werden al die onderdrukkende verhandelingen van pedagogen en psychologen als een juk afgeworpen. Allemaal moralisme. Onderdrukking van het driftleven, ingegeven door de belangen van de kapitalistische bourgeoisie en de kerk. De daarvoor in de plaats komende cultus van de vrije seksualiteit hield geen ontkenning in van Freuds constatering dat een kind een seksueel wezen is. Integendeel. De gevoelswereld van een kind werd juist verheerlijkt als zijnde nog niet aangetast door al die disciplinerende verhandelingen van pedagogen en psychologen. Massaal ging men op zoek naar het onbedorven en onaangetaste (seksuele) kind in zichzelf. Dat moest ontketend worden, bevrijd van alle dwang. De pedagogen en psychologen bekeerden zich onder invloed van Foucault van hun dwaalwegen. Hulpverlening kwam te staan in het teken van het ontdekken van je gevoel en verlangens. Seksualiteit moest bevrijd worden en niet aan banden gelegd. Het is nog steeds de teneur, zij het dat pedofilie sinds de jaren negentig niet langer op emanciperende hulpverlening kan rekenen. Gevolg was de liberale seksuele cultuur waar we nu nog midden in zitten. Een voortdurend bombardement van seksuele beelden, verhandelingen, verhalen, bekentenissen en spelletjes resulterend in een voortdurende fixatie op de eigen seksuele gevoelens. Voor velen is het gevoel het belangrijkste kompas in het leven geworden. De gewetensvraag in het (seksuele) leven is of het goed voelt.

Gevoelsethiek
In orthodox-christelijke kring heeft men het er maar moeilijk mee. De Bijbels gefundeerde, rationeel getinte moraal van de jaren tachtig en daarvoor, ik noem het maar de Douma-, Velema- en Hoek-ethiek, was bepaald geen gevoelsethiek. Goed was niet wat goed voelde, maar dat wat, Bijbels beredeneerd, Gods wil was. Hele boeken werden zo volgeschreven over homofilie, anticonceptie en seksualiteit voor en in het huwelijk. Bepaald geen hedonistische pennenvruchten, hoezeer steeds benadrukt werd dat seksualiteit een gave van God was en is. Ondertussen blijkt uit onderzoek in de EO-achterban dat ook hier veel verandert. Anticonceptie, een technische voorziening om seksueel genot los te maken van de kinderzegen, wordt zonder twijfel gebruikt. Velen pleiten voor opschorting van het verbod op homoseksualiteit omdat onderdrukking van seksuele verlangens als een onoverkomelijk offer wordt gezien. Wat goed voelt voor ons, zal ook wel goed voelen voor God. De opkomst van die gevoels­ethiek in orthodox-christelijke kring bevalt mij niet. Tegelijkertijd kan ik met de wat-mag-wel- en wat-mag-nietbenadering van de jaren '80 ook niet goed uit de voeten. Zonder het precies te kunnen onderbouwen benader ik ook deze thematiek steeds meer vanuit de vraag naar het goede leven. Dat wat passend lijkt in de dienst aan God en de naaste en zo begrenzend werkt voor de eigen gevoelsimpulsen.

Vader
Maar een verstandelijk gehandicapte hééft seksuele gevoelens. De schreeuwende kop, die ik overigens niet zo smaakvol vond, zat mij te veel in de sfeer van de gevoelsethiek. Alsof het een automatisme zou zijn: hij heeft het gevoel en hij moet er dus wat mee doen. Laten we er vooral voor bewaard worden dat we met al onze seksuele gevoelens iets moeten. De verhalen in Genesis over Noach, Lot en de zonen van Jakob zijn wat dit betreft leerzame oer­verhalen. Tegelijkertijd is het gevoel er wel. Ook bij hun ouders, begeleiders of de pedagoog. En je hoeft niet heel lang te reflecteren op je eigen seksuele gevoelens om te ontdekken dat deze zowel hoogten als diepten in zich herbergen. Het goede leven leidt je niet zomaar. Dat vraagt oefening, bekering, vergeving en vernieuwing. Ook van mensen met een verstandelijke beperking. Als ouder zou je je (verstandelijk gehandicapte) kind sommige dingen willen besparen. Wellicht jezelf ook. Het vergt enige moed om het seksuele gevoel van jezelf en dat van je kind onder ogen te zien. Het zal wel moeten. De blik van de Vader wil soms helpen.

Wim H. Dekker is als docent sociologie verbonden aan de academie voor Sociale Studies en de Master Contextuele Hulpverlening van de Christelijke Hogeschool Ede.