In het Reformatorisch Dagblad van 7 oktober staat het bericht:
Onderzoekers vinden veiliger test Downsyndroom
WASHINGTON (ANP/RTR) – Een nieuwe bloedtest is veiliger bij het opsporen van het Downsyndroom bij nog niet geboren baby’s. Onderzoekers van de Stanford–universiteit in Californië (Verenigde Staten) hebben de methode ontwikkeld en maakten het nieuws maandag bekend.
De gangbare manier om de aangeboren afwijking op te sporen omvat een bloedprik in de baarmoeder. Dit levert meer gezondheidsrisico’s op dan de nieuwe methode. Hierbij volstaat een gewone bloedprik bij de moeder. Deze test kan ook eerder worden uitgevoerd.
Het syndroom van Down gaat gepaard met een verstandelijke handicap, typerende uitwendige kenmerken en veelal bepaalde medische problemen. Het wordt veroorzaakt doordat het erfelijk materiaal van chromosoom 21 in drievoud voorkomt, in plaats van in tweevoud.
woensdag 8 oktober 2008
In het Dagblad Trouw van 8 oktober staat het interessante artikel:
'Stuur Downkind naar gewone school'
Basisonderwijs
Eva van Dijk heeft het naar haar zin op de reguliere Delteykschool in Werkhoven. Die staat positief tegenover kinderen die anders zijn en anders leren.
© WERRY CRONE, TROUW
Alle basisscholen krijgen een informatiegids over kinderen met het Downsyndroom. Want in het regulier onderwijs is veel onwetendheid, zeggen ouders. Op Eva's school weten haar klasgenoten niet beter of álle kinderen zijn anders.
Al jaren roepen ouders en onderzoekers dat kinderen met het syndroom van Down heel goed naar een gewone school kunnen. Toch zit niet meer dan 40 procent van deze kinderen in de basisschoolleeftijd op een gewone school. Vergeleken met landen als Engeland, Canada en de Scandinavische landen is dat percentage laag.
Nog steeds weten veel scholen niet goed wat ze met een aanmelding van een kind met het Downsyndroom moeten, zien ouders bij de VIM, de vereniging voor intergratie van kinderen met Downsyndroom. Daarom ontvangen vanaf morgen alle basisscholen van Nederland een praktische informatiegids.
De gids ’De Droom van Down’ bevat interviews met leerkrachten die een kind met het Downsyndroom begeleiden op een gewone school. Ook worden verschillende leermethodes besproken en wordt informatie gegeven over extra hulp en begeleiding. Aan de hand van een stappenplan kunnen scholen bepalen of en hoe zij een kind met het Downsyndroom toe kunnen laten.
Volgens cijfers van Stichting Downsyndroom (SDS) gaan op dit moment zo’n 800 kinderen (40 procent van het totaal) met het Downsyndroom naar een reguliere basisschool. Dat percentage stijgt nauwelijks, zegt onderzoeker Gert de Graaf, verbonden aan SDS. Toch blijkt uit verschillende onderzoeken dat deze kinderen meer leren lezen, schrijven en rekenen op een gewone school dan in het speciaal onderwijs. Maar, waarschuwt De Graaf, het is niet vanzelfsprekend dat regulier onderwijs voor elk kind met het Downsyndroom het beste is. „Mijn advies is om daarom eerst op een gewone school te beginnen en goed de vinger aan de pols te houden.”
Uiteindelijk haalt slechts 20 tot 25 procent van de kinderen met het Downsyndroom het einde van de basisschool. Het uitvallen is volgens De Graaf niet schadelijk voor ze. „Ze hebben op het regulier onderwijs een sterke basis opgebouwd en komen daardoor verder.” Het besef gefaald te hebben op de gewone school hebben de meeste kinderen met het Downsyndroom niet, zegt De Graaf. „Ze kunnen de vergelijking met klasgenoten niet op die manier maken. Ze hebben juist betere, blijvende sociale contacten in hun eigen buurt.”
Ouders die het advies van De Graaf willen volgen, krijgen regelmatig te maken met onwelwillende scholen, zegt Keturah van Slegtenhorst van de VIM. „Dat geldt niet voor alle scholen, maar er zijn er nog steeds veel die snel ’nee’ zeggen. Ouders moeten met hun kind langs allerlei scholen voor ze ergens terecht kunnen.” Die scholen kennen de mogelijkheden van de kinderen niet, zegt Van Slegtenhorst. „Ook jonge startende leerkrachten die van de pabo komen, zijn daar minder in thuis.” Toch moeten scholen wel, aangezien ze over twee jaar verplicht zijn ’passend onderwijs’ voor alle kinderen te regelen. Dat kan op een gewone school zijn of in het speciaal onderwijs.
De Vereniging voor Openbaar Onderwijs ziet juist meer bereidheid bij scholen om kinderen met wat voor beperking dan ook op te nemen, zegt woordvoerder Michiel Jongewaard. „Scholen hebben er in de loop der jaren ook meer middelen voor gekregen: denk aan remedial teachers en ambulant begeleiders.” Maar ook hij weet dat er scholen zijn die deze kinderen weigeren. „Soms hebben ze goede argumenten. Het moet niet ten koste gaan van alles. Als een leerkracht in een klas van dertig kinderen ook nog eens extra begeleiding aan een kind met een beperking moet geven, dan is het voor te stellen dat het kind wordt geweigerd.”
Geplaatst door de beheerder van De lof der onvolmaaktheid op woensdag, oktober 08, 2008
In het Nederlands Dagblad van 6 october verscheen het bericht:
Philadelphia moet snijden in personeel
van onze redactie binnenland
NUNSPEET - Philadelphia, een organisatie voor mensen met een verstandelijke handicap, is in financieel zwaar weer terecht gekomen. Of er gedwongen ontslagen vallen is nog onduidelijk, maar het aantal functies bij Philadelphia zal verminderen.
Zorg-woongroepkoepel Espria, waaronder Philadelphia valt, heeft dit aan de circa vijfduizend medewerkers meegedeeld. Eindverantwoordelijke Frits Brink, de voorzitter van de Raad van Bestuur, is al aan de kant gezet. In zijn plaats gaat Bram Troost werken aan bedrijfseconomisch herstel. Troost was tot nu toe voorzitter van Espria. Brink blijft vooralsnog wel deel uitmaken van het bestuur van Espria. Er was gistermiddag niemand van Philadelphia beschikbaar om nader in te gaan op de mededeling aan het personeel.
In zijn brief aan de medewerkers schrijft ad-interimvoorzitter Troost dat er is besloten geen nieuwe medewerkers meer aan te nemen, te stoppen met het inhuren van uitzendkrachten, tijdelijke contracten niet meer te verlengen en te snijden in de kosten voor de organisatie van het bedrijf (overheadkosten). Hij geeft nog geen uitsluitsel over de vraag of er gedwongen ontslagen zullen vallen. Pas als het plan van aanpak klaar is, gaat de directie de medewerkers hierover informeren.
Philadelphia geeft al jaren meer geld uit dan er binnenkomt, legt hij uit. Bedroeg het tekort vorig jaar nog 2,7 miljoen euro, de halfjaarcijfers van dit jaar tonen een tekort aan van bijna 9 miljoen euro. Dit is ongeveer 5 procent van de omzet. De voornaamste reden van het tekort is dat veel rayons en locaties hun begroting niet realiseren, schrijft Troost. Ook zijn de kosten voor de reorganisatie hoger uitgevallen en daalden de inkomsten.
De top van Philadelphia studeert deze week op een plan van aanpak om de organisatie weer financieel gezond te maken. Dit onder het motto: terug naar de kerntaak. ,,De zorg aan onze gehandicapte cliënten staat voorop'', benadrukt Bram Troost in de brief. Daarom zijn de verbeterplannen onder andere gemaakt door de afdelingen en locaties zelf. ,,Zij hebben immers het beste zicht op de cliënt.''
Vanwege de nadruk op de kerntaken, is er ook het plan de thuiszorgorganisatie Kruiswerk West-Veluwe (KWV) van Philadelphia af te splitsen. In augustus van dit jaar ontstond er nog beroering onder de vakorganisaties, vanwege de fusieplannen van Philadelphia/KWV met Stichting Thuiszorg Midden-Gelderland. ,,Allemaal verliesgevende partijen'', zo kritiseerden de bonden unaniem. De overname zou de totale organisatie nog verder in het financiële moeras doen wegzinken, was de angst. Vanwege dit ,,miljoenen verslindende fusieproces'' zegden de bonden het vertrouwen op in de Raad van Bestuur van koepelorganisatie Espria.
Philadelphia/KWV en de genoemde thuiszorgorganisatie hebben ,,nog steeds de intentie'' om te fuseren, stelt ad-interimvoorzitter Bram Troost. ,,Maar zij zullen een andere plek krijgen binnen Espria.''
De vakgroep RMU laat desgevraagd weten ook te vinden dat Philadelphia terug moet naar de kerntaken en dat daarom Kruiswerk West-Veluwe losgemaakt moet worden van Philadelphia. RMU-woordvoerder Chris Baggerman: ,,Wat ons betreft krijgt Kruiswerk een 'bruidsschat' mee en gaat zij fuseren met de Stichting Thuiszorg Midden-Gelderland, maar dan los van Espria.''
Baggerman noemt de rode cijfers waarin Philadelphia terecht is gekomen niet gering. ,,Zoals de zaken er nu voorstaan, moet er - zonder ombuigingen - rekening gehouden worden met een verlies van 13 á 15 miljoen euro over geheel 2008.'' Weliswaar heeft Philadelphia een flink eigen vermogen, ,,maar dat is snel opgedroogd bij dergelijke verliezen''.
Geplaatst door de beheerder van De lof der onvolmaaktheid op woensdag, oktober 08, 2008